Praktijkonderwijs is voor doeners
Vooral leren door te doen. In kleinere klassen. En waar leerlingen theorie in de praktijk leren toepassen. Bijvoorbeeld tijdens vakken als zorg en welzijn, techniek, groen of hout- en metaalbewerking. In dit blog lees je meer over deze leerroute binnen het voortgezet onderwijs.
Wat is het praktijkonderwijs?
Dit onderwijs bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op de maatschappij. Waarbij de leerlingen een eigen pakket aan theorie- en praktijkvakken volgen. Dit staat allemaal beschreven in hun ontwikkelplan. Het maken van zo’n ontwikkelplan gaat samen met de school, leerling en ouder(s)/verzorger(s). Tijdens het schooljaar zijn er meerdere momenten om te kijken of het ontwikkelplan nog steeds klopt.
Hoe het praktijkonderwijs is ingericht? Een paar voorbeelden (Rijksoverheid):
-
Theoretisch onderwijs: dit zijn vakken als Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde en maatschappij. De vakken worden aangeboden volgens het niveau van de leerling.
-
Praktijklessen en stage: leerlingen volgen lessen of stages in de praktijk. Denk aan leerplekken als techniek, zorg, horeca, logistiek en verkoop of groen- en dierverzorging.
-
Zelfredzaamheidstraining: denk aan leren koken, boodschappen doen of zelfstandig reizen.
-
Sociaal-emotionele vorming: hier leren leerlingen hoe ze bijvoorbeeld om kunnen gaan met situaties die moeilijk zijn. Of waar ze juist ontzettend goed in zijn. En ook zaken als houding en gedrag op het werk.
-
Vaardigheden: hier leren leerlingen alles om straks in de arbeidsmarkt goed mee te draaien.
En daarna?
Het praktijkonderwijs is voor de meeste leerlingen 5 jaar. Bij het afronden van hun opleiding krijgen ze een getuigschrift en/of schooldiploma van branche-opleidingen. Daarna kiezen de meeste leerlingen om aan het werk te gaan. Het andere deel stroomt door naar het mbo.